Tutu’s en spitzen: de attributen van het ballet. Maar een vrijpartij in tutu, of een danseres in slechts spitzen en herenonderbroek? Da’s andere kost. De Canadese Virginie Brunelle mixt graag klassieke techniek met hedendaagse dans en vooral: hedendaagse liefdesrelaties. Door dat laatste toont zij zich een verre nazaat van Pina Bausch. Maar anders dan de Duitse ‘keizerin van het Tanztheater’ benadert Brunelle de man-vrouwverhouding vooral fysiek. Met die voorliefde voor rauwe, heftige en seksueel geladen dans schaart Virginie Brunelle zich in een rijtje bekende Canadese choreografen die met hun expliciete dans regelmatig voor opschudding hebben gezorgd: Marie Chouinard, Daniel Leveillé en enfant terrible Dave St-Pierre. De laatste herkende een gelijkgestemde geest in de jonge Brunelle en zorgde dat haar werk een podium kreeg.
In Complexe des Genres proberen drie mannen en drie vrouwen hun identiteit te bepalen in de liefde. Dat leidt natuurlijk tot confrontaties, woede, angst en twijfel ofwel: woeste duetten waarin partners elkaar bespringen en rondslingeren, zich vastklemmen, om de ander heen wikkelen. Maar er komt ook verstilling, momenten van rust en loslaten. Want dáárin is Brunelle een stuk optimistischer dan haar collega St-Pierre: zij gelooft wél dat we dat wijzer kunnen worden in de liefde.